donderdag 31 oktober 2013

Être et avoir


Vandaag weer mijn conversatie-uurtje met vriendin Chantal gehad. Mijn voornemen om dit seizoen meer nadruk te leggen op de vervoegingen van de werkwoorden, hebben geresulteerd in eerst maar weer eens être en avoir onder de loep te nemen. En dan niet zozeer de bekende 'tijden', maar meer de verschillende toekomstige tijden, die de Fransen vaker gebruiken dan wij Nederlanders. De afgelopen dagen was ik dus weer eens aan het stampen met j'aurai, je serai, etc.
Daarmee bezig zijnd (participe présent, overigens) werd ik naar het gedicht van Ed Hoornik 'geleid', hebben en zijn. Dit is een van mijn lievelingsgedichten en al jaren probeer ik die écht uit mijn hoofd te leren, want zo mooi! Opmerkelijk trouwens dat het bij ons hebben & zijn is en in Frankrijk omgekeerd...
Ik pakte hem er eens bij en bedacht me dat het leuk zou zijn die te gaan vertalen, op mijn manier, als leuk eigen projectje voor de conversatie-bijeenkomst. Nog niet beseffend dat dit een hele kluif zou worden... Enfin, ik heb het gedaan, het was erg leuk en leerzaam, dat zoeken naar de beste vertaling, maar of het weergeeft in het Frans wat Ed Hoornik wil zeggen, vermoedelijk niet! En een dichtvorm heeft het al helemaal niet, trop difficile! Chantal begon met de fouten eruit te halen (viel mee) en vroeg me natuurlijk regelmatig waarom ik dat zó had vertaald, want ze begreep een aantal zinnen gewoon niet. Gaandeweg begon het me te dagen dat dit wel echt hogeschool werk is (excuses aan degenen die ik hiermee onbedoeld gepasseerd heb). Maar het was een super interessant uur, waarin ik heb geprobeerd uit te leggen hoe ik het gedicht 'versta' en wat voor mij de betekenis ervan is. En waarin zij me veel vertelde over het gebruik van deze auxiliaires (hulpwerkwoorden), want de Fransen beschouwen être et avoir niet als werkwoorden, zoals wij dat doen. Maar het bracht ons vooral een nieuw niveau van zaken uit ons leven delen, dat was erg fijn! Daar kan ik zo naar hunkeren hier. Aan de Franse versie ga ik nog verder sleutelen, met behulp van anderen, maar hieronder alvast de Nederlandse versie:

Op school stonden ze op het bord geschreven,
het werkwoord HEBBEN en het werkwoord ZIJN;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de andere schijn. 

Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven.
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is, boven die dingen uitgeheven,
vervuld worden van goddelijke pijn. 

Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten.
Is naar de aarde hongeren en dorsten.
Is enkel zinnen, enkel botte plicht. 

Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
is kind worden en naar de sterren kijken,
en daarheen langzaam worden opgelicht.  

Ed. Hoornik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten